kleurig geregeld  
     

 

 


Pluto

De afgelopen zomervakantie stond in het teken van Pluto.
Nee, ik ben geen astrologie gaan doen in de avonduren, Pluto is de hond van vrienden.
In onze vriendenkring bevinden zich een aantal hondenliefhebbers. Leuke hobby met als nadeel: waar laten we onze viervoeter tijdens de vakantie?
In dat opzicht is mijn hobby (lekker eten) iets wat gewoon mee mag als ik op vakantie ga. Sterker nog: mee moet. Zie je het al voor je als ik mijn lekkere trek thuis zou laten als we op vakantie gaan? Kiloos afvallen terwijl ik aan het strand lig, scheppen geld overhouden waarmee we dan weer goede doelen kunnen sponsoren, nieuwe garderobe nodig na afloop (daar gaan de goede doelen weer), nee dat zou een verschrikkelijk impact hebben op ons leven. Nieuwe garderobe betekent de oude afdanken, kasten leeghalen, naar de kringloop rijden en dumpen, en na mijn thuiskomst natuurlijk mijn hobby weer oppakken om vervolgens 4 weken later weer alle winkels te gaan bestormen. Het zou een financiële ramp worden.
Maar goed, Pluto is dus de hond van vrienden. En wij zijn hondenliefhebbers op afstand. Meer van die typjes die wel zouden voelen voor een leasehondje. Maar ja, als je dat zou doen krijg je natuurlijk de dierenbescherming, de partij voor de dieren en weet ik veel welke radicalen meteen achter je aan. Nu hebben we meer vrienden met honden, dus we kunnen ons wat dat betreft te pletter leasen, maar wie het eerst komt het eerst maalt en zo stond deze zomer in het teken van Pluto.
Pluto werd met bak en mand afgeleverd door het hele gezin. Koekjes, eten, riem, waterbak enz. het logeerpartijtje kon beginnen. Die riem was bittere noodzaak omdat Pluto erg gesteld is op het gezelschap van andere hondjes en dapper achter ze aandraaft als hij de kans krijgt, zijn baasje in ellende achterlatend. We waren dus goed geïnstrueerd en het kon niet misgaan.
Pluto had echter 1 probleempje: zijn ruggenmerg loopt langzaam weg waardoor hij steeds moeilijker gaat lopen en lange afstanden niet meer te doen zijn voor hem. “Hij geeft het zelf wel aan hoor,” riepen onze vrienden vrolijk. Hoe hij dat aangaf bleef in het midden, ik zou het wel merken.
De eerste 2 dagen was Pluto ziek van heimwee. Hoe leuk wij ook zijn als logeerouders, we waren net niet leuk genoeg om de heimwee van Pluut te voorkomen. Hij sjokte treurig naast mij voort als hij uitgelaten werd, strompelde dapper mee terug naar ons huis en de zieligheid straalde van hem af. ’s Nachts huilde hij bittere tranen om het verdwijnen van zijn geliefde familie. Onze vrienden hebben 3 nog vrij jonge kinderen in huis en ja, daar kunnen  wij natuurlijk niet aan tippen. Ik bedoel maar, om nou enkel en alleen vanwege onze logeer-leasevriend van mijn “je-weet-wel-echtgenoot” weer een echte zaaier te maken dat is nou ook zo wat. Trouwens, hoe zou ik dat aan onze kleindochter moeten uitleggen?
Maar de derde dag deed Pluto een lumineuze ontdekking. Na een vrij korte wandeling bleef  hij midden op straat staan en weigerde nog 1 poot te verzetten. Ik al mijn therapeutische vaardigheden natuurlijk meteen aangewend om het diertje tot lopen over te halen, maar nee: Pluto ging liggen! Ja, LIGGEN. Het verhaal van onze vrienden in mijn hoofd, maakte ik uit dit gedrag op dat de stumpert niet meer verder kon lopen. Lang leve de fitnessclub en mijn goed getrainde spierballen: ik tilde ons leasertje op en strompelde met hem in de armen naar huis. Hij rekte zich eens lekker uit, nestelde zich tegen mijn naar adem snakkende boezem en thuis werd hij weer op zijn pootjes gezet, waarna hij meteen naar de koektrommel holde. En natuurlijk kwam ik op dat kleine peststukje op weg naar huis iedereen tegen die ik nou even net niet wilde zien. De buurvrouw, de overburen, de buurman, de postbode, de caissière van de supermarkt, de juffrouw van het Kruidvat….en allemaal riepen ze me met zo’n grote brede lach het zelfde:” hondje uitlaten?” Ik liet me niet kennen en verklaarde me solidair aan Pluto, dus ik rechtte mijn rug, keek hooghartig terug en iedereen draafde maar snel door.
Toch zat het me niet echt lekker allemaal. Het was opvallend dat vanaf dat moment ons leasertje mijn draagkracht wel erg hoog inschatte. Na 5 dagen was Pluto helemaal ingeburgerd bij ons, huilde niet meer, was niet langer treurig, nee integendeel: als we gingen wandelen werd hij zo vreselijk blij…reeds op de heenweg liep hij stiekem naar mijn spierballen te gluren. Totdat ineens, in een helder moment, ik die Ceasar van de tv op mijn netvlies kreeg. Je weet wel, die hondenfluisteraar waarvan ik me altijd afvraag welke afgrijselijke bedreigingen hij die beesten influistert opdat ze doen wat hij wil. Ceasar heeft namelijk ook opvoedkundige tipjes. En een van de tipjes is dat een reu nog wel eens het baasje wil spelen… En dat je, als je dan therapeutisch gaat zwammen tegen dat beest in de hoop dat hij het licht zal zien schijnen, dat beest inderdaad het licht gaat zien schijnen, maar niet dat beperkte nachtlampje van jou!
Ik besloot dat er maar 1 oplossing was: Pluto zag zichzelf, mijn lief en mij duidelijk als zijn roedel en ik diende me dus overeenkomstig te gaan gedragen. Dat betekende dat IK de baas moest gaan spelen en niet langer onze kleine komediant de leiding moest geven. Op het moment dat Pluut weer naar mijn gespierde armen liep te lonken en op de grond ging liggen, liep ik onverbiddelijk door. Ik had een hondse manier bedacht om mijn zin te krijgen. Tenslotte had hij, als roedellid nummer 3, die halsband om zijn nek en ik, als leider van de troep, het uiteinde in mijn hand. Met mijn rug naar hem toe bleef ik staan toen de lijn bijzonder strak stond. Ik blafte niet naar hem, mauwde al helemaal niet meer tegen hem, ging hem zelfs niet besnuffelen en verdraaid, binnen een paar seconden deed nummer 3 een stap vooruit zodat de band weer los hing. Ik, hijgend van opwinding en geheel in mijn roedel-leidersrol verdiept, deed ook meteen een stap naar voren zodat de lijn weer strak stond. Na 4 keer gaf Pluto zich gewonnen en schikte zich in zijn lot: roedellid nummer 3.

Inmiddels is ons leasehondje weer opgehaald en wandel ik weer alleen over straat. De postbode heeft dagelijks zijn armen vol met post, de buurvrouw loopt 3 keer op een dag met hond en poepschep in de handen over straat, de andere buurvrouw tilt haar dwarse kleuter dagelijks op de arm om vooral niet te laat op school te komen, de caissière van de super sleurt haar hond achter zich aan in haar korte middagpauze, en ik….ik wandel zeer opzichtig over straat met de handen in mijn zakken en een vette grijns op mijn gezicht en knik minzaam naar het slepende volk wat ik passeer...

Copyright: © Marieke Lambermont 2012

verhalenbundel